HorecaInfo
Mieke heeft een contract voor 30 uur per week en verdient daarmee zo’n € 1500,- bruto per maand. Ze is een tijdje ziek geweest maar inmiddels weer volledig aan het werk. Het werken valt haar zwaar. Wat ook meespeelt is dat haar man al met pensioen is en wat verzorging nodig heeft. Over iets meer dan een jaar bereikt Mieke de AOW- gerechtigde leeftijd van 66 jaar en 4 maanden (de in het pensioenakkoord afgesproken AOW-leeftijd voor 2020 en 2021). Mieke stapt naar haar werkgever maar die kan haar geen rustiger locatie bieden. Ze zou wel naar een andere locatie kunnen gaan, maar dan zou ze wat meer en ook andere werkzaamheden moeten doen dan wat ze nu doet. Terwijl Mieke nu een vaste plek heeft op de locatie met daarbij haar vaste werk- zaamheden, waarbij ze niet alle taken hoeft te doen die eigenlijk bij haar functie horen. Andere oplossing? Mieke en haar werkgever kijken of er misschien een andere oplossing is, waardoor ze wat eerder kan stop- pen met werken. Haar werkgever wil best meewerken aan een beëindigingsregeling en doet haar alvast een voorstel met daarbij een vergoeding van € 1000,-. Dat is niet veel als je het vergelijkt met waar de transitie- vergoeding voor haar op uit zou komen. Maar haar werkgever is helemaal niet verplicht bij een vaststel- lingsovereenkomst (ook wel beëindigingsovereen- komst genoemd) een (transitie)vergoeding te betalen, zie ook het artikel in een eerdere Horeca Info . Of en zo ja welk bedrag als vergoeding wordt mee- gegeven, is afhankelijk van wat partijen daarover afspreken. Maar in ieder geval kan Mieke na een beëindigingsovereenkomst terugvallen op een WW-uitkering. Die is wel lager dan haar loon: de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het brutoloon. Mieke moet zeker weten dat ze daarvan kan rondkomen. Een andere mogelijkheid is om haar pensioen eerder te laten ingaan. Wat dat betreft is het pensioen van pensioenfondsen en verzekeraars steeds flexibeler geworden: je kunt het eerder laten ingaan of uitstel- len. Ook kun je je pensioen in deeltijd opnemen. Maar let wel: dit geldt niet voor de AOW (Algemene OuderdomsWet, het ‘overheidspensioen’) maar alléén voor je pensioenopbouw bij het (bedrijfstak)pensioen- fonds. Voor alle werknemers in de horeca en catering is dat het Pensioenfonds Horeca & Catering, kortweg PHENC. Voor de werknemers in de recreatie is dat het Pensioenfonds Recreatie. Keuzemogelijkheden De ingangsdatum voor de AOW staat vast, maar is niet meer voor iedereen dezelfde. Vroeger ging je met 65 jaar in de AOW, maar inmiddels wordt de AOW- datum stapsgewijs opgehoogd. Je kunt je pensioenge- rechtigde datum zelf berekenen, bijvoorbeeld op de website van de SVB (Sociale Verzekeringsbank). En eigenlijk vormt de AOW de basis/hoofdmoot voor de oudedagsvoorziening en is het bedrijfstakpensioen- fonds een aanvulling daarop. Dus je kunt je pensioen wel eerder laten ingaan, maar dan zou je de pensioenuitkering ook (tijde- lijk) moeten verhogen wanneer je nog geen AOW ontvangt. Dat heet een overbruggingsregeling. Je kunt daarbij zelf kiezen hoeveel en voor hoelang je je pensioen wilt verhogen, waarbij je uiteraard wel rekening moet houden met wat je aan pensioen hebt opgebouwd. Want wat je niet opgebouwd hebt, kun je ook niet opnemen. Er zijn dus veel keuzemogelijkheden. In het alge- meen geldt: als je je pensioen naar voren haalt, wordt je uitkering lager. Want je pensioenopbouw stopt eer- der én je opgebouwde pensioen moet over meer jaren verdeeld worden. Het omgekeerde geldt wanneer je ervoor kiest om je pensioen later te laten ingaan. Pensioen exibel inzetten Wanneer je je pensioen flexibel wilt inzetten kun je op basis van de keuzes die je daarbij maakt bij het PHENC een berekening van je pensioen opvragen. Ook kun je inloggen op de website van PHENC en via het rekenmodel zelf je keuzes invoeren en berekenen wat dat voor consequenties heeft voor de hoogte van je pensioen. De standaard ingangsdatum van het pensioen is bij het PHENC nu vastgesteld op 68 jaar en loopt meestal niet gelijk met de ingangsdatum voor de AOW. Juridische Zaken Mieke werkt al jaren als cateringmedewerker B op een drukke locatie. Ze is 65 jaar en wil best door- werken tot haar pensioen, maar dan wel op een rustiger locatie met minder hectiek en werkdruk. Haar werkgever kan haar dit niet bieden. Een oplossing is eerder stoppen met werken en haar werkgever biedt haar een beëindigingsregeling. Of eerder haar pensioen laten ingaan. Mieke vraagt onze jurist Eleonore Hoogenhout om advies. 20 Wat is wijsheid, eerder met pensioen
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=